Redactioneel
Johannes Antonie Visscher leefde van 1876 tot 1943. Hij zette zich als predikant in voor de armen en nam tal van initiatieven om hun een beter leven te geven, waaronder de ‘Nederlandse Centrale voor practische werkverruiming en hulpverlening’. Deze organisatie richtte zich op mensen die het in de samenleving niet alleen kunnen redden, waaronder mensen met een verstandelijke beperking. Visscher organiseerde gezinsverpleging en gaf mensen de mogelijkheid een vak te leren en te werken. Daarnaast bracht hij verschillende disciplines bij elkaar die konden bijdragen aan de zorg voor cliënten. Later is hieruit de Groesbeekse Tehuizen ontstaan, dat tegenwoordig een onderdeel is van Pluryn (1).
De inzet en missie van Visscher leeft voort in het ds. Visscherfonds, dat zich ten doel stelt wetenschappelijk onderzoek ten dienste van zorg aan personen met een verstandelijke beperking te bevorderen. Dat doet het fonds onder meer door elke twee jaar de Ds. Visscherprijs uit te reiken aan een onderzoeker die een waardevol proefschrift heeft verzorgd op het gebied van participatie en/of integratie in de samenleving van mensen met een verstandelijke beperking. In de reflectie aan het einde van deze NTz bespreek ik met drs. Ruud Geus en prof. dr. Petri Embregts wat de betekenis van deze prijs is voor de ontwikkeling en verspreiding van kennis in de gehandicaptenzorg. In het gesprek met hen komt naar voren hoe deze prijs de aandacht vestigt op de hoogstaande kwaliteit van Nederlands onderzoek in relatie tot mensen met een verstandelijke beperking en het belang daarvan voor de praktijk. Bovendien stimuleert het onderzoekers zich verder in de wetenschap te ontwikkelen. In deze NTz vindt u traditiegetrouw samenvattingen van de proefschriften van de drie onderzoekers die dit jaar voor deze prijs zijn genomineerd.
Dr. Pauline Hamers richtte zich met haar onderzoek op het herkennen van depressieve klachten bij volwassenen met een verstandelijke beperking en het bevorderen van niet-farmacologische interventies om deze te behandelen. Zij onderzocht de betrouwbaarheid en validiteit van een meetinstrument voor angst- en stemmingsklachten en deed onderzoek naar de effectiviteit van lichttherapie.
Dr. Vincent Peter deed onderzoek naar multidisciplinaire zorg voor kinderen met het syndroom van down. Daarbij heeft hij onderzocht hoe deze zorg kan worden verbeterd met behulp van modulair organiseren, waarbij de geboden zorg wordt ontrafeld in afzonderlijke onderdelen. Dat heeft onder meer geleid tot een betere communicatie tussen zowel professionals onderling als tussen professionals en ouders.
Dr. Kristel Vlot onderzocht tot slot hoe gezondheidsbevordering van mensen met een verstandelijke beperking kan worden ingebed in de cultuur van organisaties die hen ondersteunen. Het onderzoek heeft onder meer geleid tot een omgevingsscan waarmee betrokkenen bij een locatie geholpen worden om vanuit het perspectief van gezondheidsbevordering naar hun omgeving te kijken en zo te bepalen wat nodig is voor een gezondere leefomgeving.
Naast aandacht voor de Ds. Visscherprijs bevat deze NTz nog drie andere bijdragen. Dr. Hennie Boeije, Femke van Schelven MA en dr. Chantal Leemrijse schrijven over hun onderzoek naar de drempels die naasten ervaren om taken in de zorg van een familielid met een verstandelijke beperking te delen of over te dragen. Hun bevindingen laten zien dat dit veel naasten bezighoudt, maar dat slechts een deel daadwerkelijk stappen zet om dit te bespreken en afspraken te maken. Dit komt onder meer door de emotionele geladenheid van het onderwerp, waardoor naasten er niet makkelijk over praten, maar ook door teleurstellingen als gevolg van eerdere pogingen om de zorg (deels) uit handen te geven.
Karin Grapendaal MSc, drs. Esther Bisschops, dr. Clasien de Schipper en prof. dr. Carlo Schuengel gaan in op hun onderzoek naar de implementatie van een Multi-Disciplinair Expertise Team bij de afbouw van onvrijwillige zorg. Zij onderzochten welke determinanten invloed hebben op deze implementatie om inzicht te krijgen in de bevorderende en belemmerende factoren.
Rutger Sijbers schrijft ten slotte met anderen over een praktijkonderzoek naar de bijdrage die technologie kan leveren om schrik of onrust te voorkomen bij het ontwaken van mensen met ernstige meervoudige beperkingen of ernstige verstandelijke beperkingen en moeilijk verstaanbaar gedrag.
Ds. Visscher is zeker niet de enige die zich onderscheidt door bij te dragen aan een goed leven voor mensen met een verstandelijke beperking. Ook de drie genomineerden en de overige auteurs in deze NTz geven daar blijk van. Ds. Visscher is daarom voor mij niet zo zeer een persoon uit het verleden, maar staat voor gedrevenheid om mensen met een verstandelijke beperking erbij te laten horen en mee te laten doen en te werken aan zorg en begeleiding die daarvoor nodig is. Ik voel me rijk in een sector met zoveel ds. Visschers.
Noot
1 Ontleend aan Voorgeschiedenis van de PH door Hans de Hoog op https://www.ncph.nl/geschiedenis.html