Redactioneel
In mijn vakantie heb ik de door Sandra Langereis geschreven biografie van Erasmus gelezen. Het boek neemt je mee naar de tijd waarin Erasmus leefde en probeert op basis van tal van bronnen een indruk te geven van wat hem bewoog in zijn leven en zijn werk. Zo wordt beschreven hoe Erasmus zich toelegde op het vertalen van de Bijbel naar het Latijn op basis van wat er van de oorspronkelijke Griekse teksten is overgeleverd. Dat was volgens hem noodzakelijk omdat er in de toen bekende Bijbelvertalingen fouten zaten, doordat de vertalers het Grieks woord voor woord hebben overgezet in het Latijn. Het idioom van de Grieken en Romeinen is volgens Erasmus echter zo afwijkend, dat de betekenis zoekraakt wanneer het Grieks letterlijk wordt vertaald. Bij het vertalen komt het er daarom op aan ‘niet de woorden te tellen, maar te wegen’. Erasmus ontleent deze uitspraak aan Cicero die hierover het volgende schreef in De optimo genere oratorum (46 v. Chr.).
‘Welnu ik heb deze teksten vertaald niet zoals een gewone vertaler (‘ut interpres’), maar zoals een redenaar (‘ut orator’), met behoud van zowel de oorspronkelijke gedachten als de redekunstige figuren en de beelden, maar dan met woorden die bij ons idioom passen. Ik vond het dus niet nodig om ieder afzonderlijk woord met een eigen woord weer te geven, maar wel heb ik de stijl van alle woorden en hun betekenis behouden. Waar het voor de lezer immers op aankomt is, dacht ik, dat ik hem van de woorden niet hetzelfde aantal, maar om zo te zeggen, hetzelfde gewicht bezorg.’ (Vertaling: R. Van den Broeck 2010; overgenomen van literair- vertalen.org/kennisbank/equivalentie-de-vertaalpraktijk-en-de-vertaalstudie)
Ik moest daarbij denken aan het verschil tussen de wetenschap en de praktijk. Ook daar hebben woorden soms een andere bete- kenis en gewicht en zijn we ons daar niet altijd van bewust. Zo gebruikt een wetenschapper bijvoorbeeld woorden als methode, betrouwbaarheid en effectiviteit op een andere manier dan iemand in de praktijk. Voor de communicatie tussen wetenschappers onderling is dat geen probleem, maar voor de vertaling van bevindingen naar de praktijk kan het tot misverstanden leiden, wan- neer teksten letterlijk worden overgenomen uit de wetenschap. Andersom kunnen behoeftes vanuit de praktijk door de wetenschap soms anders worden verstaan dan ze bedoeld zijn.
De biografie laat zien dat het vinden van een goede vertaling een continu proces is. Erasmus was voortdurend bezig om de meest passende woorden en formuleringen te vinden, waarbij nieuwe bronnen en kritische reacties van lezers steeds weer tot andere inzichten leidden. Het was hem daarbij niet te doen om zijn gelijk te halen, maar om ervan te leren. Op een vergelijkbare manier helpt ook praktijkonderzoek naar hoe wetenschappelijke inzichten uitpakken voor de kwaliteit van leven, ons aan nieuwe inzichten hoe deze het beste naar de praktijk kunnen worden vertaald. Deze editie bevat daarvan twee voorbeelden. Marloes Schüller- Korevaar, Susanna van der Woude, dr. Jeanet Landsman, dr. Andrea Fokkens en dr. Alain Dekker schrijven over hun onderzoek naar de periodieke screening, diagnostiek en behandeladviezen van dysfagie bij mensen met verstandelijke beperkingen. Burcin Candar, Mehmet Yildiz en dr. Nanda de Knegt gaan in op de ervaringen met oncologische pijn bij mensen met verstandelijke beperkingen van zorgverleners en naasten. Beide studies laten zien dat het belangrijk is kritisch te blijven kijken hoe wetenschappelijke inzichten de praktijk het beste kunnen ondersteunen in plaats van deze klakkeloos toe te passen.
Ook bevat deze editie weer een feitenoverzicht van dr. Marian Maaskant. Zij gaat dit keer in op wat we uit onderzoek weten over keuzes en voorkeuren van mensen met een verstandelijke beperking als het gaat om voeding.
Tot slot vindt u in deze editie een reflectie met drs. Marjolein van Boxtel en drs. Jan-Willem Woensdregt, die sinds drie jaar eige- naar zijn van een Thomashuis. Ze vertellen over hun gevoel in hun vorige functies verwijderd te raken van de betekenis van kennis en hoe ze daar nu in het Thomashuis invulling aan geven.
Hopelijk stimuleert ook deze NTz-editie -in de geest van Erasmus- tot een reflectie over wat we zowel de wetenschap als de praktijk kunnen leren om mensen met een verstandelijke beperking de best mogelijke zorg en ondersteuning te bieden.
Referentie
Langereis, S. (2021). Erasmus dwarsdenker. Een biografie. De Bezige Bij.